Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarom zeide God tot Noach: [31]Het einde van alle vlees is voor Mijn aangezicht gekomen; want de aarde is [32]door hen vervuld met wrevel; en zie, Ik zal hen met de aarde verderven. 31. Dat is, de tijd van hun ondergang is aanstaande, gelijk Ezech.7:2,3,6; Amos 8:2. 32. Hebr. van hun aangezicht, en, met de aarde. Anders, van de aarde.